Wat is de rol van onderzoek in het ontwerpproces? Welke methoden gebruik je voor je onderzoek? Is ontwerp een wetenschap of misschien meer een kunst? In deze tweede studiosessie volgen we het gesprek tussen social designer Dorian Kingma (SMELT), grafisch ontwerpers Thomas Bevelander en Jurgen Wiegeraad (Thomas & Jurgen), social designer en design researcher Myrthe Krepel (SMELT) en Myrte van der Molen, kunstenaar met fascinatie voor sociaal gedrag.
Studio Session #2
Dorian begint: “Gedurende mijn opleiding aan de TU Delft, leerde ik dat onderzoek een belangrijke rol speelt in het ontwerpproces. En niet zomaar onderzoek, nee, objectief en systematisch onderzoek, met meetbare resultaten en betrouwbare bronnen. Het diende als bewijs om jouw uiteindelijke ontwerp te kunnen onderbouwen. Met als gevolg dat ik soms krampachtig op zoek ging naar bronnen die mijn verhaal ondersteunen: ook al wist ik allang dat ik een bepaalde kant op wilde, zonder een quote uit een wetenschappelijke paper kon ik nergens naartoe werken. Soms vergat ik daardoor mijn eigen visie. Ik was alleen maar bezig een ivoren toren te bouwen waar niemand kon inbreken, in plaats van een toren die mensen graag willen bezoeken.” Myrthe K., die ook aan de TU Delft heeft gestudeerd, herkent de behoefte om eerst de theorie in te duiken bij een nieuw project. Omdat de projecten van SMELT elke keer over een andere maatschappelijke uitdaging gaan, is het belangrijk om binnen korte tijd expert te worden op het betreffende onderwerp. “Ik wil altijd eerst over het onderwerp lezen. Ik heb de behoefte om heel veel informatie te verzamelen over het onderwerp om goed te begrijpen hoe ik me daartoe moet verhouden. Daarna voel ik me pas comfortabel om iets te maken.”
Eigenlijk het tegenovergestelde van hoe Thomas en Jurgen meestal te werk gaan. Hun onderzoek begint altijd bij het maken. Ze hebben hiervoor zelfs hun eigen methode ontwikkeld. Jurgen: “Wij hebben een grote fascinatie voor jazz, waar een groep muzikanten binnen een set van regels, vrij beweegt. Wij wilden eigenlijk op zo’n zelfde manier beeldend leren spelen zoals zij dat muzikaal doen. Dus hebben we onderzoek gedaan naar de kernwaarden van improvisatie en die hebben we omgebogen naar onze eigen methodiek.” Het beeldende onderzoek is voor Thomas en Jurgen zelfs zo belangrijk geworden dat ze zich het liefst 100% van hun tijd daarop willen richten. Jurgen: “Het eindproduct voelt voor ons soms als de afvalbak van een interessant doorlopen proces, grof gezegd. Wij vinden het juist leuk om ook de totstandkoming te delen met het publiek. Omdat daar juist de interessante afwegingen en keuzes in terug komen.”
Volgens Myrte van der M. hebben de opdracht en de (aanwezigheid van een) opdrachtgever invloed op het onderzoek dat zij voor een project doet. Waar Thomas en Jurgen gelijk beeldend aan de slag gaan, en Myrthe en ik met SMELT eerst de theorie opzoeken, ziet Myrte van der M. dat in haar projecten inhoudelijk onderzoek en onderzoek naar de vorm eigenlijk altijd door elkaar heen lopen. Het belangrijkste is, volgens haar, dat je als maker altijd open staat, als een spons. “Voor mij is het heel veel verzamelen. Veel inspiratie zoeken. Met mensen praten erover. Want als je het erover hebt, weet iemand vaak weer iets nieuws in te brengen.” Als er één ding duidelijk wordt tijdens het gesprek, dan is het dat ontwerp en onderzoek moeilijk van elkaar te scheiden zijn: ontwerpen ís onderzoeken. En ondanks de verschillende ontwerpdisciplines, zijn ze het er allemaal over eens dat onderzoek in het ontwerpproces veel waardevoller is als het niet gaat over het creëren van objectieve, meetbare resultaten. Het is niet de zoektocht naar de enige echte objectieve waarheid waarmee je de buitenwereld kan overtuigen van jouw verhaal. Het is het opdoen van inspiratie, een ontwikkeling die jij als ontwerper doormaakt, die als springplank kan dienen voor het ontwerp. Veel kleiner en persoonlijker dus, dan wat mij ooit geleerd is. Myrthe K.: “De visie van de ontwerper is onmisbaar. Als wij dezelfde opdracht zouden krijgen, dezelfde boeken om te lezen en dezelfde mensen om te spreken, dan nog zouden we met een ander ontwerp komen. Dat maakt het juist interessant!”
Maar daardoor is het ook onzekerder. Want van tevoren is onduidelijk wat het resultaat precies wordt en de waarde daarvan. De ontwerper gedijt hierin, we zijn tenslotte gewend aan processen met een onzekere uitkomst. Thomas: “Als we iets naar buiten brengen, weten we niet hoe daarop gereageerd wordt. Maar dat vinden we denk ik juist vet, dat we dat dan kunnen zien. En is het helemaal kut, dan is het helemaal kut en als het fantastisch is, dan is het fantastisch.” Opdrachtgevers, subsidieverstrekkers en fondsen vinden dit soms lastiger te behappen. We proberen uit alle macht van tevoren wel enige controle op het resultaat uit te oefenen, terwijl we dat eigenlijk niet kunnen. Door een methode te bedenken, zoals Thomas & Jurgen hebben gedaan, of door een uitgebreid projectplan te schrijven met fases en go/no go momenten, zoals Myrte, Myrthe en Dorian al vaak genoeg hebben gedaan.
Als Dorian uiteindelijk het onderzoek van haar huidige ontwerppraktijk vergelijkt met dat tijdens mijn opleiding, trekt ze de conclusie dat de waarde van onderzoek niet alleen zit in wetenschappelijke papers en zorgvuldig opgebouwde argumentatiestructuren. “De methodes en skills die ik toen heb geleerd, gebruik ik nog steeds, maar ik ga er nu veel vrijer mee om. En die vrijheid is belangrijk voor alle ontwerpers aan tafel. Onderzoek beperkt zich niet tot het boek, de computer, de werkplaats of je atelier. Het gebeurt altijd en overal.” Zoals de basisprincipes van de methode van Thomas en Jurgen beschrijven: maak in het moment, vind vrijheid in de beperking, omarm het onverwachte en durf te mislukken. Want het onderzoek is effectiever wanneer de gewenste uitkomst, antwoorden of oplossingen niet vooraf worden vastgezet, of we daarop worden afgerekend.
Er is een subtiele balans nodig tussen de vrijheid om de ontwerper zijn intuïtie te laten volgen en tegelijkertijd de kaders waarbinnen dat mag gebeuren. Kunnen opdrachtgevers nog meer het onverwachte omarmen? En durven die ook te mislukken? Voor die vrijheid is vertrouwen nodig. Hoe zorg je als ontwerper voor dat vertrouwen? En kunnen wij, als ontwerpers, de vrijheid vinden binnen de beperkingen die ons worden opgelegd?
Driving Dutch Design
Driving Dutch Design is hét professionaliserings- en netwerkprogramma van ABN AMRO, Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers en Dutch Design Foundation dat gedreven ontwerpers op weg helpt in de wereld van het ondernemerschap.
Luister naar het volledige gesprek, in het Nederlands, via de podcast Driving Dutch Design. Praat mee over dit onderwerp tijdens onze on- en offline expositie op Dutch Design Week, 17 t/m 25 oktober, of volg ons via onze website en Instagram.