De Afhaalchinees gaat over en de miljoenen Chinese wezen die geadopteerd zijn naar Nederland. Met een tint van ironie wordt de paradox van adoptie ontleed uitsluitend vanuit het perspectief van geadopteerden. De belangrijke vraag wordt gesteld: Is interraciale adoptie wel altijd een goed idee?
"Hoe noem je een adoptiekind uit China?"
De Afhaalchinees. Het antwoord op dit grapje, én een bijzondere term op zich. De Afhaalchinees is een werk dat dit grapje omtovert naar een ironisch en letterlijk beeld. Het schrijnende visuele aspect van de installatie samen met het uitgebreide menu van De Afhaalchinees, stellen de ethiek van adoptie ter discussie en bekritiseren de normalisatie van racisme tegen Aziatische mensen. In het werk wordt besproken waarom adoptie zo’n enorme paradox is vanaf verschillende aspecten. Onderwerpen zoals de Chinese eenkindpolitiek en de misstanden in de Chinese weeshuizen komen aan bod. Maar ook de vraag waarom Nederland, wetende van deze misstanden, adoptie nog steeds toeliet en zelfs prees.
Het werk brengt ook aan het licht hoe de identiteit ontwikkeling van geadopteerden vaak wordt verstoord. Omgaan met trauma’s en het verlies van cultuur, familie en herkenbaarheid in je eigen ras is lastig. Opgroeien als een minderheid in een cultuur waarin grapjes als “Hoe lang is een Chinees?”, of het liedje “Hanky Panky” normaal zijn, is dan niet meer zo grappig.